Provincie: andere financiële cijfers dan Ridderkerk zelf

In dit artikel:

Provincie Zuid‑Holland en het college van Ridderkerk verschillen van inzicht over de financiële meerjarenraming van de gemeente. Waar het college voor alle vier de komende jaren een positief saldo voorziet, concludeert de provincie dat twee van die jaren tekort zullen lopen. Voor 2026 noteert het college een overschot van iets meer dan €2,4 miljoen; de provincie rekent echter op een klein tekort van €149.600 (ongeveer 0,08% van de gemeentelijke jaaromvang), een verschil van methode meer dan van omvang.

De kern van het meningsverschil is de behandeling van incidentele baten en lasten: de provincie sluit deze opbrengsten uit bij haar toetsing omdat ze geen structurele dekking zouden bieden, terwijl wethouder Kees van der Duin Schouten stelt dat zulke eenmalige posten wél bijdragen aan een sluitende begroting. Ondanks de verschillen staat de provincie positief tegenover de lange‑termijnpositie van Ridderkerk; voor 2029 ziet zij weer een overschot van iets meer dan €1 miljoen, en voor 2027 ruim €1,1 miljoen (waar het college voor dat jaar ruim €2,4 miljoen verwacht).

Een belangrijke meevaller is de landelijke compensatie voor de incidentele jeugdzorgtekorten van 2023–2024: het demissionaire kabinet reserveert in 2025 €728 miljoen voor ondersteuning, waarvan Ridderkerk naar verwachting €1.991.000 ontvangt. Dat verhoogt het geraamde saldo voor 2025 tot ruim €3,1 miljoen. De gemeenteraad en het college behandelen de financiële stukken en debatteren over de stand van zaken tijdens de Algemene Beschouwingen op donderdag 6 november.