Ridderkerk: "Geen grondslag of noodzaak voor aanwijzing provincie"
In dit artikel:
Het college van B&W van Ridderkerk heeft schriftelijk gereageerd op het verzoek van de overige gemeenten in de woningmarktregio Rotterdam (brief d.d. 7 oktober 2025) aan de provincie Zuid‑Holland om een aanwijzing te geven op grond van artikel 3 Huisvestingswet 2014 of artikel 99 Wet gemeenschappelijke regelingen. Die andere gemeenten willen in het kort dat huisvestingsverordeningen uitsluitend regionaal via een gemeenschappelijke regeling worden vastgesteld. Ridderkerk verzet zich: een dergelijke aanwijzing zou een ingrijpende aantasting van gemeentelijke autonomie zijn en mag volgens het college alleen bij strikte, zwaarwegende wettelijke gronden worden gegeven.
Belangrijkste argumenten en feiten die Ridderkerk aanvoert:
- De gemeenteraad heeft B&W opgedragen een eigen huisvestingsverordening en een lokaal woonruimtebemiddelingssysteem op te stellen; dat besluit is gebaseerd op concrete regionale en lokale cijfers.
- In 2024 kregen 44% van de sociale huurwoningen in Ridderkerk prioriteit vanwege maatschappelijke/economische binding, bijna de maximaal toegestane 50%. Een deel van die ruimte gaat naar urgente huisvestingsgevallen en herhuisvesting door herstructurering.
- Ruim de helft (55%) van de verhuurde woningen werd in 2024 via directe bemiddeling toegewezen; dat hangt mede samen met de huisvesting van statushouders.
- Ridderkerk heeft de sociale voorraad behouden en uitgebreid, terwijl sommige omliggende gemeenten weinig toevoeging leverden of sociale woningen onttrokken.
- Wacht- en inschrijftijden zijn hoog: de mediane inschrijfduur voor de primaire doelgroep die een woning kreeg was in Ridderkerk 85 maanden (tegen 67 maanden voor de hele regio); voor de secundaire doelgroep nog veel langer.
- De toestroom van woningzoekenden van buiten Ridderkerk bevat een groot aandeel urgente gevallen: circa 60% in 2023–2024 (in 2022 zelfs 75%).
- In de regio gaat 34% van vrijkomende woningen naar urgente woningzoekenden; in Ridderkerk is dat 56%. Voor reguliere woningzoekenden is dat respectievelijk 64% (regio) en 44% (Ridderkerk).
- Actieve woningzoekenden in Ridderkerk stegen van 12.123 in 2017 naar 30.305 in 2024 (+250%), terwijl de regio een stijging van 144% noteerde.
Gevolgen en juridische inschatting
Het college stelt dat er op dit moment sprake is van een disproportionele druk op de Ridderkerkse woningvoorraad, met negatieve gevolgen voor de leefbaarheid in delen van de gemeente. Een aanwijzing van de provincie is volgens Ridderkerk alleen toegestaan als dat noodzakelijk is voor een evenwichtige regionale verdeling van woonruimte (Huisvestingswet) of bij een zwaarwegend openbaar belang (Wgr). Die criteria vormen een ultimum remedium en vereisen een grondige motivering. Volgens het college hebben de verzoekende gemeenten die motivering slechts summier gegeven en is onvoldoende rekening gehouden met de belangen van Ridderkerk en haar inwoners. Bovendien zouden veel van die gemeenten geen gedwongen overdracht van verordenende bevoegdheden willen, waardoor een aanwijzing ook niet het beoogde resultaat zou opleveren.
Standpunt en vervolg
Ridderkerk verwacht dat een besluit tot aanwijzing op basis van de nu aangevoerde argumenten geen stand zou houden bij de bestuursrechter. Tegelijkertijd blijft het college bereid tot gesprek met provincie en mede‑gemeenten om regionale afspraken te maken die recht doen aan alle partijen, waarbij de belangen van Ridderkerkse inwoners voorop blijven staan. Het college meldt verder dat het binnenkort apart zal reageren op de door de provincie toegezonden concept‑verordening “Woonruimtebemiddeling Ridderkerk 2026”.